Deze video van het ministerie van Algemene Zaken gaat over de verplichting die overheidsinstellingen hebben om hun websites toegankelijk te maken. Daar hoort alle dienstverlening en communicatie bij, inclusief videocontent. Ook mensen met een beperking moeten toegang tot deze informatie hebben. In deze video vertellen twee mensen met een beperking waarom digitoegankelijkheid en videotoegankelijkheid zo belangrijk voor hen is om volwaardig mee te kunnen doen. Het gaat om Eva Westerhof, die als tiener doof geworden is, en Nursel Günal, die blind is. De video bevat een voice-over. Op een kantoor is Eva Westerhof aan het werk. Eva is doof. Voor deze video verwoordt een tolk gebarentaal wat Eva in gebarentaal uitdrukt. Deze tolk wordt niet in beeld gebracht en is alleen met haar stem te horen. EVA WESTERHOF (VIA EEN TOLK GEBARENTAAL): "Ik ben slechthorend geboren en langzaam doof geworden vanaf mijn zestiende. Nou, het was niet makkelijk. Mijn gehoor ging achteruit. De communicatie ging ineens ook heel slecht, dat was heel lastig. Want hoe moest je nu met elkaar gaan praten?" In een woonkamer zit Nursel Günal achter een computer. Nursel is blind en gebruikt een brailleleesregel. Dit apparaat zet de tekst van het computerscherm om in brailletekens. NURSEL GÜNAL: "Als een film niet toegankelijk is en ik niet de beeldinformatie meekrijg, dan kan ik dus niet meedenken en niet meelachen of meedoen met wat de anderen aan informatie hebben gekregen. Dan ben je eigenlijk niet gelijk aan de ander. Dat wil je niet, want je doet wel je best om met alles zo gelijk mogelijk mee te doen, wat in je kunnen ligt." VOICE-OVER: "Meedoen in de maatschappij. In ons land betekent dat, dat iedereen dezelfde kansen moet krijgen. Voor visueel en auditief beperkte mensen is het meedoen in de maatschappij soms een grote uitdaging. Zij worden dagelijks geconfronteerd met de drempels waar mensen zonder beperking geen weet van hebben. Maak kennis met Eva en Nursel." Eva loopt een kantoor binnen en neemt plaats achter een bureau. EVA: "Ik ben marketing- en communicatie-adviseur. Ik houd me bezig met websites en social media en ook communicatieve evenementen." Nursel loopt arm in arm met een man door een stad. NURSEL: "Vandaag gaat mijn man met mij mee winkelen. Die houdt zelf ook wel van winkelen. Hij vindt het volgens mij nog leuker dan ik." Nursel en haar man gaan een kledingzaak binnen. NURSEL: "Als ik ergens binnenkom, let ik voornamelijk op wat ik hoor, hoe groot de ruimte is. Of het voor mij veilig is om ergens doorheen te lopen of naar binnen te lopen. Dus ik gebruik vooral mijn oren. En ik voel natuurlijk wat er op de grond ligt. Of het vloerbedekking is, of tegels. Net als dat ik een beeld maak van een bepaalde ruimte, doe ik dat ook bij websites." Thuis bezoekt Nursel een website op haar computer. NURSEL: "Als je blind bent, moet je ook moeite doen om een website te leren kennen. Daar moet je in investeren. Dat is uiteindelijk ook gewoon makkelijk voor jezelf. Maar als ik er tijd in steek, dan vind ik eigenlijk dat ook de websitemaker er tijd in moet steken om de website zo toegankelijk en gebruiksvriendelijk mogelijk te maken." Eva bekijkt op haar werk websites en een video die toegankelijk is gemaakt met ondertiteling en een gebarenvertaling. EVA: "Als er ondertiteling bij is, dan is het belangrijk dat er ook omgevingsgeluiden bij worden gezet en ook bepaalde intonaties. Of als er een deur opengaat of een bel gaat, dat er bij de ondertiteling ook bij wordt gezet: 'de deurbel gaat'. Dan weet ik: er zal zo een persoon binnenkomen. Want als iemand ineens uit beeld gaat, dan weet ik niet wat er is." Nursel bezoekt een website van de Rijksoverheid en opent een video over Prinsjesdag. In deze video leest koning Willem-Alexander in de Ridderzaal de Troonrede voor. Het gaat om Prinsjesdag 2014. (KONING LEEST DE TROONREDE) NURSEL: "Er is inderdaad veel videomateriaal beschikbaar. Heel veel van die video’s kan ik niet goed volgen. Omdat er bijvoorbeeld wel een muziekje of wat tekst is, maar de beelden zijn dan niet omschreven. Dus ik weet eigenlijk voor een groot deel niet wat er gebeurt, als er veel beeld bij is." Nursel loopt een kantoor in, gaat aan een bureau zitten en zet een headset op. Ook deze computer is verbonden met een brailleleesregel. NURSEL: "Als het een informatief filmpje is, dan krijg ik meestal het grootste deel goed mee. Dan is audiodescriptie belangrijk, maar wel iets minder belangrijk dan bij Prinsjesdag waarin heel veel gebeurt." Eva spreekt in een café af met twee vrienden. Het drietal communiceert in gebarentaal. EVA: "De bedoeling is dat dit jaar het VN-verdrag voor mensen met een beperking gewoon in de wet wordt vastgelegd. Want daar wordt ook benadrukt dat informatietoegankelijkheid voor iedereen mogelijk moet zijn." VOICE-OVER: "De Nederlandse overheid heeft de webrichtlijnen voor overheidswebsites verplicht. Niet op basis van een wet, maar op basis van afspraken. Dit is vastgelegd in het kabinetsbesluit Kwaliteit Rijksoverheidwebsites. De webrichtlijnen zorgen voor toegankelijkheid van informatie voor zoveel mogelijk Nederlanders. Ongeacht de beperking die zij misschien hebben. Het toegankelijk maken is een belangrijk onderdeel van de websites en filmproducties van de Rijksoverheid. Om een video toegankelijk te maken, is er een ondertiteling, audiodescriptie en uitgeschreven tekst nodig. Dit is een tijdrovend proces, omdat je een tekstredacteur, scriptschrijver, stemacteur en audiotechnicus nodig hebt. Dit zijn kosten die een belangrijk onderdeel van de kosten van een filmproductie vormen. Maar het zijn geen uitgaven voor niets. Want als de boodschap belangrijk genoeg is om er een film van te maken, moet deze ook toegankelijk zijn voor Eva, Nursel en alle andere Nederlanders." Het logo van Dienst Publiek en Communicatie, onderdeel van het ministerie van Algemene Zaken, verschijnt. Beeldtekst: Voor meer informatie: beeldcentrum@minaz.nl